Het is een scenario dat veel e-commerce ondernemers kennen: je verkoopt via je webshop producten die direct vanuit China naar je klant worden verzonden. Je hebt geen voorraad, geen magazijn en soms zelfs geen fysiek contact met het product. Alles gaat rechtstreeks van de leverancier naar de consument. En dan komt de vraag die onvermijdelijk is: hoe zit het eigenlijk met de btw? Moet je die in Nederland afdragen?
1. Wat is de dropshipvrijstelling en wanneer geldt deze?
De term “dropshipvrijstelling” is geen officieel belastingbegrip, maar verwijst naar een situatie waarin je als Nederlandse ondernemer bij bepaalde dropshippingconstructies géén btw hoeft te betalen over je verkoop aan particuliere klanten. Dit klinkt bijna te mooi om waar te zijn, maar het kan, mits je aan een aantal strikte voorwaarden voldoet. En juist daar gaat het vaak mis.
2. De rol van de plaats van levering in de btw-regels.
Volgens de Belastingdienst ligt de sleutel in de bepaling van de plaats van levering. In het dropshippingmodel waar de goederen direct vanuit een land buiten de EU – vaak China – naar de klant in Nederland worden verzonden, wordt de levering in fiscale zin geacht plaats te vinden in het land waar het transport begint. In dit geval dus China. Dat betekent dat de levering niet belast wordt met Nederlandse btw. Maar dat is slechts stap één.
De invoer van de goederen in Nederland is wél btw-plichtig. Normaal gesproken zou je als ondernemer die invoer-btw moeten betalen. Maar bij de dropshipvrijstelling gebeurt dat niet op jouw naam. Het is het post- of koeriersbedrijf dat de invoer doet, en zij voldoen de invoer-btw bij de douane. Vervolgens verhalen zij dit bedrag op de particuliere klant, vaak via de leverancier. Jij als Nederlandse ondernemer komt daar dus niet in beeld voor de btw-afdracht – al voelt de klant deze kosten wel bij levering.
3. De spelregels en voorwaarden volgens de Belastingdienst.
Dat klinkt eenvoudig, maar er zijn harde spelregels. Allereerst moeten de goederen rechtstreeks vanuit een derde land naar de particuliere klant worden gestuurd, zonder dat jij als ondernemer de invoer verzorgt. Daarnaast mag je géén gebruik maken van de invoerregeling (IOSS), want dan wordt de levering juist wél in Nederland belast en moet jij btw in rekening brengen aan de klant. Ook mag je geen rol spelen in het transport die je indirect als importeur aanwijst. Dat laatste is belangrijk, want zelfs indirecte tussenkomst kan ertoe leiden dat de fiscus vindt dat jij verantwoordelijk bent voor de invoer-btw.
Het kennisgroepstandpunt KG:210:2022:5 van de Belastingdienst geeft hier duidelijkheid over. Daarin wordt stap voor stap uitgelegd dat in een keten waarin een Chinese leverancier direct levert aan de Nederlandse consument, maar de verkoop via een Nederlandse webshop loopt, het vervoer wordt toegerekend aan de levering van de Nederlandse ondernemer aan de klant. Omdat het vervoer begint buiten de EU, geldt de levering als belast in China. En omdat de invoer wordt afgehandeld door de vervoerder, is er geen Nederlandse btw-afdracht door de webshop.
4. Praktische aandachtspunten voor ondernemers.
Voor ondernemers klinkt dit als een ideale constructie, maar er zijn ook aandachtspunten. Juridisch gezien is het essentieel dat je algemene voorwaarden glashelder zijn. Daarin moet staan dat de klant verantwoordelijk is voor eventuele invoerrechten en btw bij ontvangst van de bestelling. Ook tijdens het bestelproces en in de orderbevestiging moet je deze melding herhalen. Op die manier voorkom je dat klanten verrast worden door extra kosten en leg je de aansprakelijkheid bij de juiste partij.
Daarnaast is het cruciaal dat je inkoopcontracten met leveranciers scherp zijn opgesteld. Daarin moet zwart op wit staan dat de goederen rechtstreeks vanuit het derde land naar de klant gaan, en dat jij geen enkele rol speelt bij de invoer. Als jij op enige manier betrokken bent bij het importproces – bijvoorbeeld door zelf het transport te regelen of te betalen – kan de fiscus concluderen dat je wél btw-plichtig bent.
5. Internationale valkuilen en OSS-gebruik.
Toch is de dropshipvrijstelling geen vrijbrief voor zorgeloos ondernemen. Het standpunt van de Belastingdienst geldt voor Nederland, maar andere EU-landen kunnen er anders over denken. Lever je ook aan consumenten in België, Duitsland of Frankrijk, dan moet je per land bekijken of registratie voor btw nodig is. Soms is het verstandig om gebruik te maken van het éénloketsysteem (OSS) om de administratieve last te beperken. Dit systeem maakt het mogelijk om btw voor alle EU-verkopen in één aangifte in je eigen land te voldoen.
Wie de regels juist toepast, kan met de dropshipvrijstelling aanzienlijk besparen op administratieve lasten en cashflowproblemen voorkomen. Geen btw voorfinancieren, geen complexe invoeraangiften en toch volledig compliant werken. Maar wie de voorwaarden negeert, loopt het risico op forse naheffingen en boetes.
Conclusie: de dropshipvrijstelling is een fiscale kans voor Nederlandse e-commerce ondernemers, maar alleen voor wie de spelregels strikt volgt. De levering moet buiten de EU beginnen, jij mag geen rol hebben in de invoer en de verantwoordelijkheid voor invoer-btw en douanekosten moet bij de klant liggen. Met duidelijke communicatie, goede contracten en kennis van het Belastingdienststandpunt kan je de voordelen benutten zonder slapeloze nachten over fiscale verrassingen.